Bim van der Klei een echte verzetsheld

Bim van der Klei was een verzetsman in hart en nieren. Hij werd de leider van de Oisterwijkse Raad van Verzet en was verbonden met de landelijke Raad van Verzet.

Bim van der Klei was een verzetsman in hart en nieren. Hij werd de leider van het Oisterwijkse verzet en was verbonden met de landelijke Raad van Verzet.

Bim werd geboren in Bergen op Zoom op 27 februari 1921 als oudste zoon van Obe Pieter van der Klei, afkomstig uit Friesland. Zijn moeder was geboren en getogen in Bergen op Zoom. Zijn vader bleef in Brabant na de mobilisatie tijdens de Eerste Wereldoorlog, omdat hij daar als katholiek meer kans dacht te maken op een baan in het notariaat.

Bim heette eigenlijk Simmes, naar de tweede naam van zijn Friese opa, maar moeder vond dat niks. ‘Simmen’ betekende namelijk in Brabant ‘huilen’ en dus werd het een verbastering, die Van der Klei zelf in zijn kinderjaren had uitgevonden.

Bim van der Klei Het gezin verhuisde in de zomer van 1932 naar Oisterwijk, waar vader Van der Klei begin mei notaris was geworden. Ze betrokken er een villa aan de Haarenseweg 1, later Heusdensebaan 5. Bim ging naar een lyceum Tilburg. Wat weinigen weten is dat Notaris van der Klei wist van het doen en laten van zijn zoon tijdens de oorlog en hij speelde ook een, voor vele onbekende rol in het verzet.

In zijn studiejaren had Bim contact met studenten die in het verzet zaten.

In het voorjaar van 1943 was hij, samen met de student René Norenburg uit Tilburg ondergedoken bij boerenmensen in Haaren.

Ook in 1943 kwam Bim van der Klei, via de Oisterwijkse ambtenaar Gerard Van der Linden, in contact met het verzet rondom Jan Linthorst (door het verzet ook wel ‘oom Jan’ genoemd, zijn verzetsnaam).  Bim kende, als Oisterwijkse dorpeling, Linthorst al en die gaf hem het adres van een pastoor in Sterksel met wie Norenburg en hij een onderhoud hadden.

Via deze pastoor kregen zij enkele achtergebleven wapens uit de meidagen ’40. Norenburg zou voortaan koerierswerk doen voor de Raad van Verzet, terwijl van der Klei zou zorgdragen voor de activiteiten in de omgeving van Oisterwijk.

Linthorst beloofde zijn medewerking hieraan, hoewel het duidelijk was dat hij al te zwaar was belast. Hij was namelijk niet alleen betrokken bij tal van illegale zaken, maar had ook veel moeite om zijn bedrijf, dat surrogaatzeep en –schoensmeer produceerde, draaiende te houden. Hij had ongeveer 40 werknemers in dienst die vrijwel allen weigerden om in Duitsland voor de oorlogsindustrie te werken of die daar, na hun verlof, niet wilden terug te keren. Deze mensen hadden meest valse papieren.

‘Oom Jan’ Linthorst was een actieve hulpvaardige man, die, naar het Bim leek, geen angst kende. De directe leiding over het productiepersoneel, met de daaraan verbonden problemen, was toevertrouwd aan Mark v.d. Snepscheut, die ook alle medewerking verleende aan Bim’s activiteiten.

Ook de bedrijfsleider, Jan Brunnekreef, werkte mee en onderhield het contact met de diverse instanties.

De gemeenteambtenaren Visser en v.d. Wildenberg uit Haaren regelden persoonsbewijzen voor de vier verzetsmensen. Ondertussen leerde Bim van der Klei en René Noorenburg de gebroeders Van de Weijer uit Haarlem kennen via deze ambtenaren.

Deze Visser en v.d. Wildenberg hadden contacten boven de grote rivieren en maakten voor de groep van der Klei contact met het verzet aldaar. Twee verzetsmensen uit het noorden bespraken de diverse mogelijkheden met Bim van der Klei en zijn mensen. Dit tweetal was lid van de zogenaamde Raad van Verzet, een organisatie die zij niet kenden. Deze mannen maakten een zeer gemotiveerde en besluitvaardige indruk. Gezien ook het verloop van de oorlog ging het om meer offensieve vormen van verzet.

De groep rondom Bim ontvingen enkele materialen, maar geen wapens. Er werd overlegd over de mogelijkheden van sabotage maar vooral ook over een geschikte plaats voor het opslaan van en het oefenen met wapens. Noorenburg en Van der Klei beloofden daarbij te helpen. De beide broers Van de Weijer pleegden in die tijd enkele aanslagen op materiële doelen.

Bim nam deel aan de beruchte overval op het gemeentehuis van Haaren in de nacht van 14 op 15 januari 1944. Die overval was in scène gezet om de uit de hand gelopen vervalsingen in het Haarense bevolkingsregister te verdonkeremanen. Naast van der Klei waren ook de ondergedoken broers Martien en Frans de Weijer erbij betrokken en de beide Haarense ambtenaren Marius van den Wildenberg en André Vissers. Beide laatsten werden in maart 1944 door de Sicherheitsdienst opgehaald en kwamen om het leven. Bim bleef ondergedoken in Haaren.

In 1944 studeerde Bim van der Klei economie in Tilburg, clandestien in kleine groepjes. Na Haaren zat hij nog ondergedoken in Den Bosch en Moergestel.

Door het contact met de Raad van Verzet ontmoette Bim van der Klei  tijdens een bespreking voor het eerst ‘Lange Jan’ Thijssen, voorman van de Raad. Bim en zijn kordate vriend Martien van de Weijer waren wel actief, maar het leek wenselijk aan het werk wat meer gestalte te geven. Tijdens het gesprek bleek dat Thijssen problemen had met het vinden van een regionale commandant voor Brabant. Hij vroeg Bim van der Klei  in zijn gebied een verzetsgroep te vormen.

Bim werd dus de leider van het Oisterwijkse verzet in de Tweede Wereldoorlog. Voor het vormen van een nieuwe verzetsgroep was het gebied rond Oisterwijk zeer geschikt. De groep Bim van der Klei werd verbonden met de landelijke Raad van Verzet.

Het was bekend dat de Duitsers door het gebrek aan brandstoffen grote transportproblemen hadden, waardoor veel per spoor moest gebeuren. Ook waren ze, op het gebied van de telecommunicatie, vooral op kabelverbindingen  aangewezen. De groep rondom van der Klei richtte zich hier dan ook op.

Enige tijd later bracht ‘Lange Jan’ Thijssen een bezoek aan Oisterwijk. Samen met Bim hadden ze  een gesprek met Jan Linthorst. Jan kon hen helpen met diverse  zaken, zoals valse stempels en vergunningen. Linthorst stelde ook zijn kleine laboratorium ter beschikking voor het vervaardigen van eenvoudige fosforbrandbommen.  Thijssen bevestigde nogmaals dat sabotage aan de verbindingen, vooral wanneer de bevrijding nabij zou zijn, van het grootste belang was. De zozeer benodigde wapens, springstoffen en een instructeur kon Thijssen  echter nog niet toezeggen.

O.a. Visser, V.d. Wildenberg, Norenburg, en later ook Martin v.d. Weijer  werden gearresteerd. De arrestatie van Bim mislukte omdat hij veilig was ondergedoken. V.d. Weijer kwam weer los. De anderen werden niet meer teruggezien. Bim’s studievriend René Norenburg werd op 23 Februari 1944 op het station van ‘s-Hertogenbosch gearresteerd en daarna naar de Scheveningse gevangenis vervoerd. Hij maakte deel uit van een verzetsgroep en werkte in dienst van de Raad van Verzet, maar toch is de vijand nooit met overtuigende bewijzen naar voren kunnen komen. En zo kon René, kort voor de landing in Normandië, naar huis schrijven, dat hij dacht spoedig vrij te zullen zijn. Nadat die landing werd hij op 6 september 1944 van kamp Vught naar Sachsenhausen verplaatst. De laatste wintermaanden was hij nog dwangarbeider in de fabrieken bij Heinkel en Siemens. Begin maart werd hij naar het kamp Sachsenhausen teruggezonden wegens verregaande lichamelijke verzwakking. Er zijn mondelinge mededelingen, die erop kunnen wijzen, dat René in de laatste dagen van het Duitse verzet nog naar Bergen-Belsen werd vervoerd.

Pas in 1950 kon het Nederlandse Rode Kruis officieel bevestigen dat René Norenburg in het voorjaar van 1945 in Duitsland was omgekomen.

De hulp aan her en der verborgen vliegers bij de terugkeer naar hun basis was ook van groot belang. Bim kreeg daarbij ook vele illegale contacten in allerlei plaatsen, o.a. met  ‘Hansje’ Gerritsen, die gezocht werd en voor wie dringend een onderduikplaats nodig was. Linthorst stelde Gerritsen in zijn laboratorium te werk.

In Juni/juli 1944 beschikten Bim over voldoende mensen voor een nieuwe groep. Ondertussen was de kleine kern van die groep steeds actief geweest. Voor hun onderdak, papieren e.d. zorgde voornamelijk de plaatselijke LO.

Omdat Bim ook nog een clandestien examen moest afleggen, werd het werk hem te veel. Wim Tensen, een oude schoolvriend uit Tilburg die al in het verzet zat, kwam hem assisteren. Het huis en de fabriek van Linthorst bleven voor allerlei doeleinden beschikbaar.

Op een dag kregen ze bericht van dat met spoed vijf vliegers moesten worden ondergebracht. Dit lukte via een contact van Linthorst in Tilburg. Tensen ging voor het regelen van het transport naar Eindhoven. Men wilde dat het vervoer in een politieauto in twee ritten na de avondklok zou plaatshebben. Het werd een drama.

Het tweede transport met de twee resterende vliegers werd door een Duitse wegcontrole te Moergestel aangehouden en ontmaskerd. Jan Linthorst werd korte tijd later gearresteerd. Voor de hulp aan geallieerde vliegtuigbemanningen was er maar één straf. Jan Linthorst werd op 19 augustus 1944 op 54-jarige leeftijd, samen met enige anderen onder wie Van Bruggen en Brunnekreef, in Vught gefusilleerd.

Bij de slechts ten dele bewapende verzetsgroep, voegden zich begin september via Tensen enkele illegalen uit Tilburg. In de nacht van 5 op 6 september 1944 had een succesvolle aanslag plaats op de spoorlijn van Tilburg naar Boxtel waarbij beide lijnen volledig werden geblokkeerd. Hoewel de aanslag in de daaropvolgende nacht op de lijn van Tilburg naar Den Bosch (bij Helvoirt) meer risico en spanning opleverde dan de vorige, mislukte dit vanwege de strenge Duitse bewaking van de spoorbaan.

Na terugkeer van deze actie werden we bij de ingang van het dorp door kapelaan Sleegers opgewacht met het bericht dat de Duitse politie het kwartier van de groep in het dorp had omsingeld en met handgranaten had bestormd. Ze hadden geen uur eerder thuis hoeven te komen of hadden in de val gezeten. Na dit voorval trok de groep van der klei zich terug in de bossen, waar ze betrekkelijk veilig waren. Kort daarop hadden twee van de groep in de bossen een vuurgevecht met de Duitsers, waarbij Cor Wortel werd doodgeschoten.  Aangeslagen door de dood van hun vriend, trok de kleine groep Tilburgers zich terug in hun stad.

In die dagen begon ook de Duitse uittocht. Het was duidelijk dat zij niets meer van de oorlog verwachtten, maar de bezetting zou nog bijna twee maanden duren.

Het lukte de groep in het frontgebied nog een kleine brug op te blazen, gebruik makend van door Hansje Gerritsen en Appie Nijboer buitgemaakte springstoffen.  Daarnaast werden er een aantal belangrijke ondergrondse kabelverbindingen vernield.

Kort voor de bevrijding werd de groep veiligheidshalve ontbonden. De leden kwamen met verschillende geallieerde onderdelen Oisterwijk binnen. Ze vierden daarna in Oisterwijk hun welverdiende bevrijding.

Bim meldde zich na de bevrijding bij de staf van de Binnenlandse Strijdkrachten in Brussel, waar hij de taak kreeg de contacten met de geallieerde strijdkrachten te onderhouden.

Bim leed vanaf 1948 aan een ernstige oogziekte en werd blind. Hij kreeg een baan in Rotterdam. In 1955  huwde hij met Hanneke de Ruyter-Korver met wie hij een dochter kreeg. Hij gaf in 1980 zijn autobiografie De Smalle Weg uit. Vanaf 1978 tot aan zijn dood was hij bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Pilotenhelpers uit de Tweede Wereldoorlog: The Escape. Hij woonde in Geldrop en is aldaar op 27 maart 1997 overleden. Bim van der Klei werd 76 jaar en heeft een grote bijdrage aan het verzet in Oisterwijk geleverd. .

Bim van der Klei

4 reacties



    1. Author

      Hallo Jolande, Er zijn slechts 50 ex gemaakt voor familie en vrienden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.